Sliep Jan Brokken in het bed van Freud?

Het veiligste is thuis te blijven en met Stedevaart op schoot te dromen over reizen in ruimte en tijd. En af en toe te glimlachen, dat vooral, om al het wonderlijke en al het gekke van deze wereld.

‘Sliep Jan Brokken in het bed van Freud?’, luidt de kop boven het paginagrote artikel van Hans van der Ploeg over Stedevaart in het Nederlands Dagblad (13 maart 2020), het toch zeer serieuze dagblad voor christelijk Nederland. Jawel, is het antwoord: in het nu hermetisch van de buitenwereld afgesloten Bergamo. Nee, we kunnen het Brokken niet nadoen, maar we kunnen er wel over lezen.

‘Sinds zijn eerste roman De provincie (1984) verblijdt Jan Brokken zijn lezers met een gestage stroom publicaties over de meest uiteenlopende onderwerpen,’ vervolgt Hans van der Ploeg in het Nederlands Dagblad. ‘Ook de 22 verhalen in Stedevaart zijn om te smullen.’ In al die verhalen en al die boeken ‘klinkt de autobiografie van Brokken zelf door, Of zoals hijzelf schrijft: ‘Door te reizen en door te lezen voeg je telkens kleine stukjes toe aan je eigen autobiografie.’ Moeiteloos herken je volgens Van der ploeg de hand van de meester, ‘met de kenmerkende nieuwsgierigheid van de journalist of leraar die je subiet deelgenoot wil maken van wat hij zelf heeft ontdekt over een bepaalde figuur in de geschiedenis.’ Hans van der Ploeg heeft zes favorieten onder de verhalen: In het huis van Čiurlionis, Mijn eeuw, mijn beest (‘een reis terug in de tijd, van Sint-Petersburg naar Leningrad’), het Parijs van Erik Satie, De dood van Donizetti, Mahlers thuisoord en vooral De boekbinder en Bellini – ‘een kostelijk verhaal over de boekverkoper in Venetië die een zeldzaam mooi kunstboek over Bellini niet aan Brokken wil verkopen.’

Voor de historicus Chris van der Heijden zijn dat weer heel andere verhalen: die over Valencia, de botanische tuin in Cagliari, Kyoto, Bologna en Arcachon. ‘Jan Brokken is een buitengewoon veelzijdig en productief schrijver,’ stelt hij in De Groene Amsterdammer (12 maart 2020). ‘Jaloersmakend. Hoe doet hij dat toch? Zo snel. Zo veel. En dan ook nog met werk van een, voor zover ik kan overzien, gemiddeld zo hoge kwaliteit.(..) Alles wat hij schrijft, is doordrongen van het besef dat het uiterst betrekkelijk is, want mensenwerk, oftewel een samenspel van toevalligheden, gedachtespinsels, invallen, tijdelijke combinaties en andere subjectiviteiten. Bijna het tegenovergestelde van zelfverheffing dus.’

Denken lezers er ook zo over? ‘Sinds vier jaar heb ik achter elkaar alle boeken van Jan Brokken gelezen en gingen werelden voor me open,’ schrijft de docente Duits Wilmieneke Koppe. ‘Prachtig om op Brokkens manier de levens van verschillende personen te lezen. Een totale verrijking in beeldende taal.’ En boekhandelaar Edith Vroon van boekhandel Linnaeus in Amsterdam schrijft: ”Stedevaart is – laten we wel zijn – de ideale quarantaineliteratuur. Als het niet zo wrang was, zou je aan perfecte marketing denken.’